Nederlandse Competitie
Toen de eerste afdeling van de Eredivisie afgelopen was stond Ajax eerste met 49 punten, 4 punten voorsprong op Fortuna 54 en een doelsaldo van slechts +24. Fortuna 54 speelde vele lucratieve wedstrijden door de weeks in het buitenland, wat mede als oorzaak wordt aangevoerd waarom ze zoveel punten hebben verspeeld. PSV en Feyenoord eindigden met 39 punten op de 5de en 6de plek. Ajax had het kampioenschap mede te danken aan een mooie reeks van 8 overwinning (waarvan 6 keer 1-0) van eind Februari tot eind April, waarvan de laatste een 3-2 uit overwinning op Fortuna 54, de naaste concurrent.
Beker
Na in de eerste ronde thuis 6-1 van Zeeburgia te hebben gewonnen en in de tweede ronde thuis Stormvogels met 3-2 te hebben verslagen, ging Ajax in een tussenronde met 4-2 onderuit bij Volendam.
Europa
Ajax speelde geen europese wedstrijden.
Opstelling
De opstelling waarmee het meest werd gespeeld was op doel Eddy Pieters Graafland, als backs Ger van Mourik en Cor Geelhuizen, stopperspil Wim Anderiesen Jr., kanthalfs Ad Visser en Klaas Bakker en een voorhoede met Piet van der Kuil (Rechtsbuiten), Rinus Michels (Rechsbinnen), Wim Bleijenberg (midvoor), Ge van Dijk (linksbinnen) en Willy Schmidt (linksbuiten). Van Dijk was normaal de aanvoerder. Luuk Bijker (1) raakt tijdens de eerste wedstrijd geblesseerd en werd vervangen door Geelhuizen, van Bijker werd niets meer vernomen, hij werd aan het eind van het seizoen op de transferlijst gezet en ging naar BVC Amsterdam. Loek den Edel (18) en een jonge Sjaak Swart (6) (aan het begin van het seizoen net 18 geworden) waren vaste invallers voor de aanvallers. Piet Ouderland (15) was een multi functionele speler die als verdediger, middenvelder en aanvaller uit de voeten kon, en onder andere 2 keer als invaller wist te scoren. Bertus Hoogerman (1) en Jan van Drecht (1) mochten ieder 1 wedstrijd keepen, maar verder stond Pieters Graafland altijd op de goal. Verder speelden Frans Postma (5), Henk Elzer (4), Albert Post (1), Jaap van Veen (1) en Arie de Wit Jr. (1) ook officiële wedstrijden.
Coach
De Oostenrijker Karl Humenberger was de trainer van Ajax tijdens de eerste seizoen van de eredivisie. Als je het vergelijkt met nu was de rol vooral trainer en was er weinig invloed op taktiek en opstellingen.
Klassieker
De eerste klassieker van de eredivisie eindigde in een 7-3 thuisoverwinning voor Feyenoord, dat met de rust 5-0 voor stond. Ajax won in de tweede seizoenshelft thuis nipt met 1-0 van Feyenoord, zodat ondanks de eerdere afstraffing de matchpunten netjes verdeeld werden
Transfers Begin
Ajax versterkte zich voor aanvang van het eerste seizoen van de eredivisie met Wim Bleijenberg (VV Rigtersbleek) en Willy Schmidt (Eindhoven, 18000 euro). Sjaak Swart trad vanuit de eigen jeugd toe tot de selectie.
Kwestie Sal
Op 5 juni 1957 worden naar aanleiding van de “kwestie Sal” door het bestuur van de sectie betaald voetbal van de KNVB voorwaardelijke straffen gegeven van 2 jaar aan het dagelijks bestuur van Ajax, bestaande uit voorzitter Volkers, secretaris Elzenga, en penningmeester Drukker. Het bestuur van Ajax kondigt aan in beroep te gaan en is zich van geen kwaad bewust. De “kwestie Sal” gaat om de joegoslavische voetballer Vladimir “Bobo” Sal die eerst een voorcontract getekend zou hebben voor Ajax en later in plaats van naar Ajax de overstap naar BVC Amsterdam zou willen maken. Door Sal is er een verhaal de wereld in gebracht dat hij ontvoerd zou zijn door het Ajax bestuur en onder dwang een contract heeft getekend. Dit verhaal heeft verschillende elementen van een spannend boek. Sal schijnt een ontvoering in scene te hebben gezet en vlucht later naar Duitsland, waar hij tijdelijk spoorloos verdwijnt, als hij door Ajax van meineed wordt beschuldigd. Dit leidt begin Juli eerst tot opschorting van de opgelegde straffen (totdat het beroep dat Ajax heeft aangespannen is afgerond), en enkele dagen later worden de straffen opgeheven en een nieuw onderzoek ingesteld. Dat de waarheid boven tafel komt heeft Ajax voor een groot deel te danken aan voormalig eerste elftal speler Kick Geudeker, die toen journalist was. De heer Stoop die naast lid van het sectie bestuur betaald voetbal van de KNVB ook bestuurslid van BVC Amsterdam is, wordt in zijn rol als lid van het sectie bestuur op eigen verzoek op non-actief gesteld zolang het nieuwe onderzoek voortduurt, omdat het bestuur van BVC Amsterdam ook mogelijk een rol heeft gespeeld. Eind juli wordt de heer Stoop aangehouden in verband met het Sal aanzetten tot plegen van meineed, maar wordt snel weer op vrije voeten gesteld. Na nog de nodige KNVB vergaderingen volgt uiteindelijk een schorsing voor de heer Stoop, die inhoud dat hij tot 1960 geen functie voor de KNVB mag vervullen. Hij wordt op 7 verschillende punten beschuldigd, waarvan er 1 is dat hij medewerking heeft verleend aan het door BVC Amsterdam aan Sal betalen van bedragen die hoger zijn dan wat is toegestaan voor de semiprof status die de eredivisie heeft. Het is moeilijk om te bepalen of Sal eigenlijk ook een slachtoffer is die gek is gemaakt door BVC Amsterdam met beloftes van veel geld, of dat hij dit helemaal zelf bedacht heeft en zo meer probeerde te verdienen. Sal krijgt uiteindelijk ook een schorsing door de FIFA opgelegd (tot 1 Januari 1960). Begin 1959 werkt Ajax mee aan het vervroegd eindigen van de schorsing zodat Sal bij Linzer A.S.K. aan de slag kan, maar onduidelijk is of dat heeft gewerkt. Later dat jaar wordt Sal opgepakt bij de nederlandse duitse grens. Hij hoort 9 maanden wegens meineed tegen zich geeist worden en wordt uiteindelijk op 9 december 1959 voor 6 maanden veroordeeld. Al met al duidt de verslaggeving op erg onzorgvuldig handelen van de KNVB, waarbij verschillende keren dingen teruggenomen moeten worden. Daarbij is het natuurlijk onbegrijpelijk hoe de KNVB het bestuur van Ajax heeft kunnen schorsen, terwijl er van enig bewijs geen sprake kan zijn geweest. Extra pijnlijk was het, in eerste instantie voor Ajax, maar later ook voor de KNVB, dat Ajax verschillende keren aanhaalt als voorbeeld hoe het niet moet en waartegen de KNVB hard zal optreden.
Piet Kruiver
In Het Vrije Volk van 26 Maart 1957 staat dat Piet Kruiver vanaf het komende seizoen zijn kunsten zal vertonen bij Ajax, maar hij gaat uiteindelijk naar PSV zoals op 17 Juli bekend wordt. Piet Kruiver had een voorovereenkomst getekend bij Ajax, maar een voorovereenkomst bezit geen enkele rechtsgrond. Hierom kan Ajax er niets tegen doen dat deze speler alsnog naar PSV gaat. Er wordt nog wel een arbitrage zaak aangespannen, maar deze erkent ook de voorovereenkomst niet en zag er kennelijk geen probleem in dat KFC (die nota bene al een deel van de transfer som van Ajax had ontvangen) uiteindelijk Piet Kruiver aan PSV verkocht. Deze zaak is een goed voorbeeld van een situatie waarbij de KNVB een oogje dichtknijpt waar het er ook voor had kunnen kiezen om, ondanks dat PSV wellicht niet de regels overtreedt, duidelijk te maken dat dit ingewenst gedrag is en wat aan de regels te gaan doen. Als dit naast de zaak Bobo Sal wordt gelegd, waar de KNVB juist heel makkelijk haar bevoegdheid te buiten gaat door Ajax zonder bewijs hard te straffen, is het duidelijk dat er een grote willekeur was bij de KNVB. Ook werd al tijdens deze vroege jaren van het betaald voetbal duidelijk dat PSV zeker geen club was die problemen had met het opzoeken van de grensen als het gaat om het toelaatbare bij transfers, iets wat we in de jaren 80 weer zagen.
Johan Cruijff
In April 1957 werd Johan Cruijff lid bij Ajax.
Wissels en Keuzecommissie
Vd Kuil weigert tijdens interland tegen Belgie van het veld te gaan. Wissels zijn alleen toegestaan als spelers geblesseerd zijn, en hij voelt zich goed genoeg om door te spelen terwijl de keuze commissie Dillen in wilde brengen. Dit leidt tot het verwijderen van Hoolboom en Pellikaan uit de keuze commissie en het later opheffen van deze keuze commissie en de introductie van een coach die de opstellingen bepaald. Daarnaast wakkert dit ook een discussie aan over de invallersregeling. Tot dan toe schijnt het zo te zijn dat er onbeperkt vervangen kan worden, zolang er maar sprake is van blessures. Een probleem hiermee is dat dit moeilijk te controleren is. In het opvolgende seizoen (1957-1958) verandert de invallersregeling zo dat er slechts 1 speler en de doelverdediger vervangen kunnen worden tijdens een wedstrijd, nog steeds alleen als ze geblesseerd zijn (in het oorspronkelijke voorstel zou een speler alleen maar voor de 44ste minuut vervangen mogen worden, maar deze eis wordt al heel snel losgelaten, na een voorval waarbij een speler in de 44ste minuut geblesseerd raakt en in de 45ste minuut vervangen wordt, wat door de scheidsrechter niet wordt toegelaten). Pas bij aanvang van het seizoen (1967-1968) wordt de voorwaarde van blessure losgelaten, zodat het legitiem wordt om tactische wissels toe te passen. Overigens lopen dit reglementen van de FIFA en de verschillende bonden uiteen. Zo waren er in de engelse competities voor het seizoen 1965-1966 helemaal geen wissels toegestaan. Aan het begin van het seizoen 1969-1970 wordt het reglement voor het Nederlands betaald voetbal gelijkgesteld aan die van de FIFA, namelijk dat er naast de doelman twee veldspelers mogen worden vervangen. Dit is later voor seizoen 1995-96 nog een keer gewijzigd naar de situatie die we nu kennen, dat er drie spelers gewisseld mogen worden (dus de eis dat 1 van de drie voor een doelverdediger gebruikt wordt is losgelaten).